woensdag 26 maart 2014

Het hondje moet mij niet.

Ik heb vrij genomen. Rij als een bezetene naar de afgesproken plek.
Ik kom je halen, schatje. Ik neem je in mijn armen en laat je nooit meer los.
Bel aan, sprint naar binnen en daar ligt ie op een rood kleedje, precies
zoals op het plaatje, mijn hart staat stil.

'Lieve schat, ik heb je gevonden. Ga je met me mee?'
Trillend van geluk reik ik naar mijn nieuwe liefde om zijn warme lijfje tegen me aan te drukken en...

HAP… doet het beestje. HAP, HAP, HAP.

Ik probeer het nog een keert. 'Kom maar, poepie. Ik ben het Susan. Wij zijn voor elkaar
geschapen. Ik ben jouw vrouwtje en jij mijn mannetje.'

HAP, HAP, HAP.
Het mormel begint te grommen. te keffen, te blazen.

Dit hadden we niet afgesproken. Ik snap het niet. Waar is het misgegaan?

'Hij is heel kieskeurig', zegt de man des
huizes.

PARDON?

De man legt het even haarfijn uit: 'Hij moet u niet. De liefde is niet wederzijds. Dat ruikt
hij al bij binnenkomst. Weer zo'n zweetkees die denkt dat ze haar hormonenstrijd gaat winnen met de aanschaf van een puppie. Ik zeg u één ding mevrouw: hij piest de heleboel onder, hij moet drie keer per dag naar buiten, hij wordt vier keer zo groot en minstens vijftien jaar. En dat gaat u eerst maar eens
heel goed overdenken.'

Tranen wellen op.

'Hup naar buiten', zegt de man. 'Die act hebben we ook al te vaak gezien.'

Rothond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten